Regulations

Regulations are not (yet) available in English. The regulations below are in Dutch.

Artikel 1.

De Otten Cup wordt ieder jaar verspeeld en kan het eigendom worden van de deelnemende club die:

  1. drie keer achter elkaar de eerste prijs heeft gewonnen;
  2. vijf keer in totaal de eerste prijs heeft gewonnen.

De toernooiwinnaar komt telkens voor één jaar in het bezit van de beker totdat aan de punten a of b is voldaan.

Artikel 2.

De wedstrijden worden geleid door scheidsrechters en assistent-scheidsrechters van de KNVB.

Artikel 3.

Aan dit toernooi nemen acht clubs deel. Poulewedstrijden en (kruis) finalewedstrijden conform het wedstrijdschema bepalen de uiteindelijke rangschikking. De wedstrijden worden gespeeld op zowel natuurgras als kunstgras.

Artikel 4.

Spelers die geboren zijn op of na 1 januari 2001 zijn gerechtigd aan dit toernooi deel te nemen.

Artikel 5.

Vóór aanvang van het toernooi zal door iedere deelnemende club een lijst worden ingediend met de namen, voorletters en geboortedata van de deelnemende spelers. Daarbij geldt dat iedere club met maximaal 20 spelers aan dit toernooi mag deelnemen. Ter controle dient iedere speler in het bezit te zijn van een geldig legitimatiebewijs.

Artikel 6.

De wedstrijden duren 2 x 30 minuten met een pauze van maximaal tien minuten op het speelveld. Ieder team mag ten hoogste zes (6) van de negen (9) reservespelers per wedstrijd wisselen, met een maximum van drie (3) per helft. Daarbij geldt dat ieder team in totaal drie (3) momenten tijdens de wedstrijd mag gebruiken om te wisselen. Wissels tijdens de rust van de wedstrijd hebben geen invloed op het aantal wisselbeurten tijdens de wedstrijd. Spelers die zijn gewisseld mogen niet meer opnieuw worden ingebracht.

Artikel 7.

Iedere deelnemende club dient in het bezit te zijn van minimaal één, van het eerste clubtenue afwijkend, reservetenue. In de gevallen waarin de arbiter van oordeel is dat de tenues van beide teams teveel overeenkomen geldt dat het eerstgenoemde team het tenue dient te wijzigen. Er dient met vaste rugnummers te worden gespeeld.

Artikel 8.

Indien twee of meer clubs met een gelijk aantal punten eindigen beslist het doelsaldo. Dit is het verschil tussen het aantal doelpunten vóór en het aantal doelpunten tegen. Is het doelsaldo gelijk dan geldt het aantal gescoorde doelpunten en, indien ook dat aantal gelijk is, vervolgens het onderlinge resultaat. Is ook daarna nog geen plaatsing bereikt dan wordt overgegaan tot het nemen van strafschoppen. Het doel dat gebruikt wordt voor de strafschoppenserie wordt bepaald door de scheidsrechter.

Met uitzondering van een wisselspeler voor een geblesseerde doelverdediger, die niet in staat is om verder te gaan, komen alleen de spelers die aan het eind van de wedstrijd op het veld stonden of er tijdelijk af waren (blessure, uitrusting in orde maken etc.), in aanmerking om de strafschoppen te nemen.

Ieder team is verantwoordelijk om uit de in aanmerking komende spelers de volgorde te bepalen waarin de strafschoppen zullen nemen. De scheidsrechter wordt niet over de volgorde geïnformeerd.

Wanneer een team aan het eind van de wedstrijd, voor of tijdens de strafschoppenserie een groter aantal spelers heeft dan de tegenstander, dan moet dat team het aantal verminderen totdat het gelijk is aan het aantal van de tegenstander. De scheidsrechter moet worden ingelicht over de naam en het nummer van elke uitgesloten speler. Een uitgesloten speler komt niet in aanmerking om deel te nemen aan de strafschoppenserie.

Een doelverdediger die niet in staat is om verder te gaan, voor of tijdens de strafschoppenserie, mag worden vervangen door een speler die werd uitgesloten om de beide teams op een gelijk aantal spelers te brengen, of door een opgegeven wisselspeler mits het team nog niet het maximum aantal wissels heeft gebruikt. De vervangen doelverdediger neemt echter verder niet meer deel en mag geen strafschop nemen. Als de doelverdediger al een strafschop heeft genomen, mag de vervanger pas in de volgende ronde strafschoppen een strafschop nemen.

De strafschoppen worden om en om genomen. De strafschoppenserie zal niet worden voortgezet, zodra een partij een aantal doelpunten heeft gemaakt, dat door de andere partij niet meer kan worden bereikt.

Nadat elke partij vijf strafschoppen heeft genomen en de stand gelijk is, wordt de strafschoppenserie voortgezet, totdat een team een doelpunt meer heeft gemaakt dan de andere partij, nadat elke partij een gelijk aantal strafschoppen heeft genomen. Elke strafschop moet door een andere speler worden genomen en alle in aanmerking komende spelers moeten een strafschop hebben genomen, voordat een speler een tweede strafschop mag nemen.

Artikel 9.

Indien de kruisfinales en/of de finale na de reguliere speeltijd zijn geëindigd in een gelijkspel worden direct strafschoppen genomen conform het gestelde in artikel 8.

Artikel 10.

Strafzaken van spelers die een rode of gele kaart hebben ontvangen worden behandeld door een onafhankelijke strafcommissie en worden in principe als volgt beoordeeld:

  • na ontvangst van twee gele kaarten in één wedstrijd (= rode kaart) volgt één wedstrijd schorsing, volgend op de wedstrijd waarin beide gele kaarten (= rode kaart) zijn ontvangen;
  • na directe ontvangst van een rode kaart volgt één wedstrijd schorsing, volgend op de wedstrijd waarin de rode kaart is ontvangen.

Ingeval de toernooileiding daartoe aanleiding ziet behoudt zij zich het recht voor om van bovenstaande basisregel af te wijken.

Artikel 11.

Officials en spelers die deelnemen aan het toernooi dienen zelf een verzekering af te sluiten tegen diefstal, ziekte en ongevallen. De organisatie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de financiële gevolgen in voorkomende gevallen.

Artikel 12.

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de toernooileiding. De toernooileiding is belast met de uitleg van de bepalingen van het reglement.